25 December was reeds lang vóór onze kerstviering al een feestdag. Het midwinterfeest, ook wel het ‘zonnewendefeest’ genoemd, werd door de Germanen uitbundig gevierd en wel de geboorte van de onoverwinnelijke zonnegod Mithras.

De joelfeesten duurden precies 12 nachten en 13 dagen, vanaf 24 december tot 6 januari, ook wel dertiendag genoemd. Men geloofde, dat de geesten van de overledenen rond deze tijd op aarde rondzwierven en zij, doordat ze boos gestemd waren, er de oorzaak van waren dat de akkers er zo verdord en vruchteloos bij lagen. Dat joeg de mensen behoorlijk schrik aan. Ook liet de zon zich nauwelijks zien, het was de kortste dag van het jaar en men was bang dat de zon niet terug zou komen, met als gevolg geen oogst om van te leven. Men riep de hulp in van de goden Wodan en Frey. Door hen te eren en offers te brengen hoopte men de goden te vriend te kunnen houden en dat de goden er voor zouden zorgen dat de akkers weer vruchtbaar werden. Een vruchtbare akker betekende een gelukkig en voorspoedig nieuw oogstjaar.
Vanaf 24 december werden de joelfeesten, ’t feest van de nieuwe zon, gehouden en er werden offers in de vorm van gevlochten broden, oogstfruit, noten en wilde zwijnen gebracht aan de Goden. Door alles met groenblijvende takken zoals hulst en maretakken te versieren, probeerde men de vruchtbaarheid ook op te wekken. Men deed er alles aan om de terugkeer van de zon en de vruchtbaarheid van de akkers gunstig te beïnvloeden.
De christenen vonden deze drankgelagen en ware vreetpartijen maar niets en wilden ook dit heidense feest maar wat graag uitbannen. Dit lukte natuurlijk niet. Men hechtte er al eeuwenlang erg veel waarde aan. De christenen hebben er toen noodgedwongen een andere wending aan gegeven en er het huidige kerstfeest voor in de plaats bedacht. En zo blijkt, dat de viering van Kerstmis op 25 december niet toevallig is.
De legende van Wodan

Wodan raast tijdens de hevige winterstormen op z’n achtbenige paard Sleipnir boven de wolken. Achter hem volgt het dodenleger. Het zijn Germaanse krijgers die tijdens de strijd op het slagveld zijn gestorven, en zij hebben daardoor een doodse donkere gelaatskleur gekregen. In z’n kielzog volgt het dodenleger. Ze zijn op jacht naar de wolf Fenrir. Deze kwaadaardige wolf is op zoek naar de zon. Tijdens de winterzonnewende probeert de gemene wolf Fenrir de zon te verslinden. Wodan probeert Fenrir te pakken te krijgen om hem hiervan te weerhouden. Als de zon werkelijk verslonden wordt, dan is er geen licht en warmte meer op aarde en zal er niets meer kunnen groeien. Gelukkig verjaagt Wodan Fenrir en is daarmee de redder van ‘het licht’ Dit is het begin van de heidense joelfeesten. Wodan wordt daarom geëerd door de heidenen.
De adventstijd.
In de Adventstijd verwachten de christenen de komst van Jezus Christus. Symbolisch gezien als het licht in de duisternis. ’Het Latijnse woord Adventus betekent ‘komen’. De adventstijd duurt 4 weken. het begint op de zondag tussen 27 november en 3 december en eindigt op kerstavond 24 december.
.Volgens de christelijke traditie staat duisternis voor dood en licht voor leven.Tijdens de 4 weken voor kerstmis, als alles kaal en dor is en de zon het af laat weten, wordt er in veel gezinnen, scholen en kerken een adventskrans opgehangen. Deze krans in de vorm van een ring wordt gemaakt van dennengroen en er worden 4 rode kaarsen opgezet. Vanaf de eerste adventszondag wordt er telkens op zondag één kaars extra aangestoken. Ze staan symbolisch voor het naderende licht. Door extra kaarsen te laten branden geeft men ook aan dat het leven overwinnen zal op de dood.
De adventskrans

De oorsprong van de adventskrans is terug te vinden in het heidense zonnerad. De Germanen vierden het zonnewendefeest in de tijd dat de akkers dor waren. Men werkte niet op de akkers maar rustten uit en offerden van alles aan de Goden om hen gunstig te stemmen. de zogeheten ‘winterzonnewende’ – reden voor het heiligste feest van het jaar. Als de zon stilstond, zo dachten de Germanen, ‘werkte’ zij niet. . Door een karrenwiel te versieren met takken groen uit het bos wilde men dit symbolisch kenbaar maken door dit rad op te hangen.
De Kerstboom.

Oorspronkelijk heeft de kerstboom, de spar weinig met kerst te maken. Ook dit is een heidens traditioneel gebruik. Al lang voor dat Christus werd geboren werd deze altijd groenblijvende boom al versierd met zonnen, manen en sterren. Ook appels, noten, zaden en eieren werden als offers aan de goden opgehangen. ze werden gezien als symbolen van vruchtbaarheid. In oude graven zijn overblijfselen van fruit en noten gevonden: men al ze om gezondheid, jeugd, goddelijkheid te krijgen. De goden nuttigden ze om hun onsterfelijkheid te behouden.Verschillende volkeren in het oosten gebruikten bomen om kwaad af te weren of om er kracht aan te ontlenen. In Duitsland stond eeuwen geleden al een kerstboom midden op het dorpsplein. In de 17e eeuw werd de boom ook in de woonkamer, vooral in rijke gezinnen, gehaald. Eigenlijk is de kerstboom een protestants gebruik. Maarten Luther was één van de eersten die de kerstboom plaatste. Tegen het einde van de 19e eeuw deed de boom zijn intrede in de katholieke kerken en huizen. De Paus probeerde dit heidense ritueel tegen te gaan, echter zonder succes. De kerstboom werd dus ook gekerstend en staat symbool voor de boom van het paradijs waaraan de ‘vruchten des levens’ hangen.
Ook zien we tegenwoordig vaak sfeervolle ‘levende’ kerststallen in de buurt van een kerk of op een dorpsplein waarin het kerstverhaal wordt uitgebeeld.
De Kerststal.
De stal van Bethlehem werd in 1223 voor de eerste keer opgesteld door Franciscus van Assisi. Koning Honorius stond hem toe Jezus’ geboorte uit te beelden met behulp van personen die het kerstverhaal uitbeeldden. In een bos in Italië bij Greccio werd de stal gebouwd. Maria, Jozef, de herders en het kindje Jezus moesten het verhaal uitbeelden. Ook werden de os, de ezel en schaapjes er bij gezet. (bron: mariannesweb.nl)



Waarschijnlijk horen de 3 wijzen, de ezel en de os helemaal niet thuis in de kerstkribbe. Nergens in de bijbel worden zij genoemd door de evangelisten. De kribbe wordt wel genoemd maar of deze in een stal stond is ook maar de vraag. Misschien staat de stal symbool voor de armoede, die er heerste. In de bijbel wordt wel verhaald over 3 wijzen. dus geen koningen! Men neemt aan dat het 3 sterrenkundigen waren. Dat dit zo in het kerstverhaal verteld wordt zou kunnen komen door de god Mithras in het heidendom. Hij werd wel geboren in een stal en bij zijn geboorte waren wel drie koningen aanwezig.
Persoonlijk zou ik in deze barre wintertijd, wel een beer willen zijn. Lekker een winterslaap houden,
en met het voorjaar weer tevoorschijn komen.


